
“Je moet met jezelf leven alsof je met een heel volk leeft. En in jezelf ga je dan alle goede en slechte eigenschappen van de mensheid herkennen. En als je anderen wilt vergeven, moet je eerst leren je eigen slechte eigenschappen te vergeven.”
Een ‘echte’ wereldverbeteraar

Mijn drijfveer was de wereld verbeteren tot een wereld waarin we in vrede kunnen leven. Niets mis met zo’n drijfveer. Toch? Tot ik ontdekte dat de manier waarop ik die wereld wilde verbeteren zelf aan verbetering toe was. Dat ik net zo kon vechten, dat ik net zo dogmatisch in mijn overtuigingen kon zijn als dat wat ik bevocht. Ik ontdekte dat wat ik in de buitenwereld zag een reflectie was van mijn binnenwereld. Dat ik daar het werk te doen had. Het gevoel van onrecht te onderzoeken had. Dat ik mijn strijd ‘tegen’ om te buigen had naar leven ‘voor’…
Leren in compassie met mezelf te zijn.
Mezelf te vergeven dat ik net zulke missers maak als die ik zie in en bij anderen.
Toe te staan dat ik zo langzaam ga als het langzaamste deel in mij.